De bijzondere klachtenprocedure (het substitutierecht)
Het substitutierecht, of de indeplaatsstelling, houdt in dat particulieren gedomicilieerd in de rand- en taalgrensgemeenten, particulieren die hun woonplaats hebben in de gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, particulieren die in het Duitse taalgebied wonen en particulieren uit Malmédy en Waimes bij de VCT klacht kunnen indienen met betrekking tot het taalgebruik van de administratieve overheden in hun betrekkingen met de particulieren en met het publiek, op voorwaarde dat zij een belang aantonen.
Dergelijke procedure heeft strikte ontvankelijkheidsvereisten.
Voorwaarde 1: de particulier dient woonachtig te zijn:
- of in en rand-of taalgrensgemeente;
- of in een gemeente van het administratieve arrondissement Brussel;
- of in een gemeente in het Duitse taalgebied;
- of in Malmédy of Waimes.
Voorwaarde 2: de klacht dient betrekking te hebben op:
- berichten, mededelingen en formulieren die voor het publiek bestemd zijn, met inbegrip van de bekendmakingen die betrekking hebben op de burgerlijke stand;
- de berichten en mededelingen die voor de toeristen bestemd zijn;
- de betrekkingen met de particulieren, met inbegrip van de antwoorden aan de particulieren;
- de akten, die particulieren betreffen, met inbegrip van hun gewaarmerkte vertaling;
- de aan de particulieren uit te reiken getuigschriften, verklaringen, machtigingen en vergunningen, met inbegrip van hun gewaarmerkte vertaling;
- de diploma's, studieattesten en studiegetuigschriften;
- de bekendmaking van koninklijke en ministeriële besluiten.
De procedure mag dus geen betrekking hebben op klachten aangaande de organisatie van de binnendiensten van de betrokken administraties.
Voorwaarde 3: de klager dient een belang aan te tonen.
De voorbereidende werken verwijzen voor het begrip ‘belang’ verkeerdelijk naar de rechtspraak van de VCT, welke destijds onbestaande was en dat nog steeds is.
Deze zelfde voorbereidende werken preciseren enkel dat de klachten geen "functioneel belang" kunnen omvatten. Het is dan ook uitgesloten dat een klager een functioneel belang inroept om zijn klacht te rechtvaardigen.
Bij de behandeling van deze klachten kan de VCT de administratieve overheden binnen een bepaalde termijn vragen de nodige maatregelen te treffen om een einde te maken aan de onwettigheden (art. 61, §§ 7 en 8 Bestuurstaalwet).
Indien de administratieve overheden niet binnen deze termijn de nodige maatregelen getroffen hebben, kan de VCT zich in de plaats stellen van de administratieve overheden ten einde de naleving van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken te verzekeren. De kosten die de VCT hiervoor oploopt, kan zij verhalen op de betrokken administratieve overheden.